Stap 4. Welke omvormer moet ik kiezen?
De leveranciers van omvormers hebben vaak een breed programma om voor elk formaat zonnestroomsysteem een passende omvormer te kunnen leveren. Waarbij de kleine omvormers beginnen bij 300 W en de grootte vaak vele duizenden Watts kunnen omzetten. Laten we kijken naar een omvormer voor het aantal panelen uit het voorbeeld bij punt 2. Hier hadden we uitgerekend dat we zeg 20 panelen nodig waren van 200 Wp. We zoeken nu dus een omvormer voor 4.000 Wp. Met deze waarde kunt u bij de verschillende leveranciers zoeken naar een omvormer die geschikt is voor dit vermogen. Voor dit voorbeeld zou een Sunnyboy 4.0 van SMA een prima oplossing zijn.
Wanneer er gedurende de dag schaduw valt op een deel van uw panelen dan kan het een oplossing zijn om te kiezen voor micro-omvormers. Bij dit systeem krijgt ieder paneel een eigen kleine omvormer en samen vormen zijn een keten. Het voordeel hiervan is dat wanneer één of meerde panelen in de schaduw komen dat de andere panelen op volle kracht door kunnen produceren. Bij een centrale omvormer zal de hele installatie minder gaan produceren wanneer één of meerdere panelen in de schaduw komen. Het is ook mogelijk om power optimizers te plaatsen. Deze hebben ongeveer hetzelfde effect als de micro-omvormers, maar de werking ervan is iets anders.
Het nadeel is wel dat poweroptimizers en micro-omvormers een dure oplossing zijn. Het advies is dan ook om goed na te denken over de plaatsing van zonnepanelen. En schaduw dus zoveel mogelijk te vermijden.